Koolhydraten zijn naast vetten de belangrijkste dragers van energie. Koolhydraten worden door het lichaam omgezet in glucose (bloedsuiker) en zorgen hiermee voor directe energie die je nodig hebt als brandstof. Je hersencellen, zenuwcellen en rode bloedlichaampjes kunnen alleen maar glucose als energiebron gebruiken. Ook zijn koolhydraten van belang voor gezonde darmbacteriën.
Er zijn snelle en langzame koolhydraten.
Bij snelle koolhydraten stijgt je bloedsuikerspiegel sneller dan bij langzame koolhydraten. Dit komt doordat snelle koolhydraten sneller worden afgebroken door je lichaam, waardoor er dus snel glucose in het bloed terecht komt. Vaak daalt je bloedsuikerspiegel hierna wel weer snel, waardoor je weer snel trek kunt krijgen.
Snoep, koek, frisdrank, witte rijst, witte pasta en witbrood zijn voorbeelden van snelle koolhydraten.
Langzame koolhydraten worden langzamer verteerd door het lichaam. Hierdoor krijg je minder hoge pieken in je bloedsuikerspiegel.
Volkoren producten, peulvruchten, groenten en aardappelen zijn voorbeelden van langzame koolhydraten.
Met name groenten zijn een goede bron van koolhydraten. Daarnaast krijg je door het eten van groenten ook nog veel vezels binnen welke erg belangrijk zijn voor een goede darmfunctie.
Om koolhydraten goed te kunnen verteren is het van belang om goed te kauwen.
De vertering van zetmeelrijke koolhydraten als brood, pasta en aardappelen begint al nl al in de mond. Door het kauwen worden de koolhydraten vermengd met speeksel en gesplitst door o.a. het enzym amylase. Wanneer deze splitsing onvolledig gebeurd kunnen er maagklachten optreden.
De koolhydraten uit groenten worden door enzymen in de dikke darm verteerd. Ook hierbij is het van belang voor de vertering om goed te kauwen.
Adviezen:
• Haal koolhydraten voor het grootste deel uit groenten (en fruit met mate ivm fruitsuikers)
• Probeer je bloedsuikerspiegel zo stabiel mogelijk te houden.
• Zorg dat je je eten goed kauwt!
• Schrap snelle koolhydraten (zoveel mogelijk) uit je menu.
Reactie plaatsen
Reacties